Privacyverklaring   ANBI   Contact   Sitemap   Zoeken   Diensten archief   Kerkapp

 
  Terug naar beginpagina  
     
 
Kennismaken
 
Gemeente
 
Nieuws
 
Foto's
 
     
                 
  Begin

Gemeente

Verenigingen
Catechese
Vakantie Bijbel Week
Huisbijbelkringen
Rond de eredienst
Kerkenraad
Commissies
Overige activiteiten
Historie
Bibliotheek Samuël
Brand 1901
Gebrandschilderd raam
Grafmonumenten
Kerk en toren
Kerkzegel
Orgel
Oud predikanten
Restauratie 1901
Restauratie 2008
  Kerk en toren

De oudst betrouwbare oorkonde, waarin de kerk van Monster voorkomt, is die van 14 mei 1238. Hierin lezen we dat Otto II van Holland, die de nog niet gewijde Bisschop van Utrecht was, 's-Gravenzande afscheidde van de kerk van Monster en dit gebied toewees aan de kerk aldaar, die door Gravin Machteld gesticht was.

De kerk behoorde tot 1276 toe aan de St. Paulusabdij te Utrecht. In dit jaar werd de kerk overgedragen aan de Abdij van Middelburg. Eveneens is in dat jaar de kerk van 's-Gravenhage afgescheiden van die van Monster.

 

Zo weten we dus dat de kerk van Monster vroeger een belangrijke plaats innam. De parochie van Monster is één van de oudste in het kustgebied en de moederkerk van vele omliggende kerken, onder andere die van Den Haag. Dat de kerk van Monster een belangrijke plaats innam, laten schepenzegels uit 1298 en 1299 zien, waarop een kerk met toren staat afgebeeld. De wereldlijke macht beeldde op die zegels een kerk af.

Of deze afbeelding werkelijk de Monsterse kerk laat zien, weten we niet. Gewoonlijk was zo'n afbeelding een symbool. Maar gezien opgravingen zou deze afbeelding wel eens met de werkelijkheid overeen kunnen komen.
Voor de Reformatie had de kerk de H. Machutus (15 november) als patroon, zoals de R.K. Kerk nu ook nog heeft.
Deze Machutus leefde aan het einde van de 6e eeuw en het begin van de 7e eeuw in Frankrijk. De kerk bezat van deze Machutus belangrijke relikwieën; de kerk werd daarom bezocht door mensen die leden aan de zogenoemde vallende ziekte. Zover bekend heeft de Monsterse Kerk als enige kerk in Nederland deze Machutus als schutspatroon.

In de Nederlandsche Stad- en Dorpbeschrijver door L. van Ollefen II deel Delfland, uitgegeven in 1793 lezen we hoe de kerk er omstreeks 1793 uitzag:

'De kerk zoals men dezelve nu nog ziet is een oud sterk gebouw, van een aanzienlijke hoogte, bestaande uit drie nevens elkander aangebouwde daken, waarvan de twee buitenste met leiën en het middenste met pannen is gedekt, aan de noordzijde staat een capel-gevel uitgebouwd, waar de kerkenraadskamer is. Binnen is dezelve allerbezienswaardigst, pronkende met twee reiën pijlaaren; de predikstoel en 't doophek staan omtrent midden in de kerk, over dezelven is de zitplaats van Zijn Doorl. Hoogh. den Ambachtsheer, waarboven zijn wapen is; de verdere gestoelten en zitplaatzen van alle regeeringsleden zijn met verhemelten overdekt, allen, gelijk mede de verdere zitplaatzen en gestoelten, zeer geschikt geplaatst, al het houtwerk is met een zindelijke bruinen kleur geverwd; men ziet er verder nog een overblijfsel van een orgel, even als er te Wateringen is; men vindt ook hier en daar eenige borden, waarop de wet des Heeren en andere bijbelplaatsen geschilderd staan, en welke borden schijnen vereerd te zijn door eenige familles, uit aanmerking dezelve zo met famielle- als quartier­wapens pronken: verder hangen verscheidene famillewapenborden; het choor is met geen hek afgesloten; in deeze kerk is de begraafplaats van vrouwe KATRIJN VAN BREDERODEN, vrouwe van Polaanen, dewelke omtrent den jaare 1370 of 1380 gestorven is.

Aan het einde der kerk in het choor is voor eenige jaaren tegen den muur een wit marmer gedenkteken opgericht, ter gedachtenisse van den vermaarden zeeheld PIETERZOON, pronkende met 's mans wapen en zinspeelend bijwerk, als mede met een vers van den grooten HOOGSTRAATEN.


Nog is er een blauwe steenen gedachtenisteken met het wapen, inscriptie en bijwerk opgericht, ter eere van een laatere afstamming van dien held, aldaar inden jaare 1764 begraaven.
Men vindt in de Kerk eenige kooperen kaarskroonen, de overblijfzelfs van geschilderde glazen, en andere cieraden meer.'

Het interieur zoals hiervoor beschreven is tijdens de brand van kerk en toren op zaterdag 13 juli 1901geheel verloren gegaan. Na de brand is de kerk in 1902 hersteld en de toren enige jaren later in 1908. Er werd toen ongeveer 405 m3 metselwerk uitgehakt en weer ingemetseld.

In de jaren 1971 en 1972 werd de toren weer gerestaureerd, toen werden er ca. 75.000 stenen verwerkt.

Tijdens de restauratie van de kerk in de jaren 1963 en 1964 is er door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een bescheiden bouwhistorisch onderzoek verricht. Op enkele plaatsen binnen de kerk en aan de noordzijde buiten de kerk hebben kleine opgravingen plaatsgevonden. De resultaten van dit onderzoek zijn op de bijgevoegde tekeningen af te lezen. In de kerk zijn de restanten van een kleine romaanse kerk en toren gevonden; deze waren uit tufsteen opgebouwd. Deze tufsteen is afkomstig uit de Eifel in Duitsland en is een vulkanisch gesteente. Eveneens zijn de restanten van een toren tegen de westgevel van de hiervoor genoemde romaanse kerk opgegraven. Het westelijk gedeelte van de fundering van deze toren was uitgebroken om de fundering van het oostelijke gedeelte van de huidige toren aan te leggen.

De tufstenen kerk is in de eerste helft van de 12de eeuw -wellicht nog eerder- gebouwd. De toren is later dan de kerk gebouwd, rond 1200 of eerder.

De volgende bouwfase was het bouwen van een dwarsschip en een groter koor; deze fase is rond 1250 voltooid. Vervolgens is tot ca. 1400 de kerk vergroot tot een driebeukige hallenkerk met de drie hierbij behorende koren. Tegen de noordgevel aan het westelijke gedeelte kan men een driezijdig gesloten kapelletje zien, dit is de zogenoemde doopkapel. De restanten hiervan zijn nog steeds te zien tegen de noordgevel van de kerk.

De laatste bouwfase van de kerk was de bouw van de huidige toren en de sloop van de oude kleinere tufstenen toren. De bouw van de toren heeft omstreeks 1400 een aanvang genomen en is rond 1450 voltooid.

De (gereconstrueerde) ontwikkeling van het kerkgebouw weergegeven in zes fasen.

Reconstructie en getekend Th. van Straalen

In het Kapittelarchief van Naaldwijk bevindt zich een akte uit 1443, waarin sprake is van het verhogen van de toren.

De toren heeft gezien zijn bouwtrant een Zeeuws uiterlijk. In Zeeland vinden wij enige vergelijkbare torens zoals die te 's-Heer Arendskerke, en het is zeer waarschijnlijk dat een Zeeuwse bouwmeester de ontwerper van de toren is geweest. Temeer daar de Monsterse kerk onder de Abdij van Middelburg ressorteerde.

Na de brand in 1901 zijn o.a. de huidige afsluitingen van het noordkoor en zuidkoor gebouwd.

Onderzoek zowel in het gemeente- als in het kerkarchief levert veel gegevens op over de bouwgeschiedenis van de kerk en de toren; in het jaar 1771 werd de zuid- en westgevel van de toren gerestaureerd.

Met deze restauratie werden o.a. de zuid- en westelijke steunbeer en het grootste deel van de westgevel wel 4 tot 5 stenen diep uitgebroken, zoals bijvoorbeeld blijkt uit een rekening van metselaar Arij de Cocq uit Monster die in 1771 twee van de bouwvallige gevels van de toren herstelde. De beide andere gevels werden in het jaar 1775 gerestaureerd, deze keer werden er 136.500 stenen gebruikt.

Ook lezen we in de rekening van de metselaar dat op 25 maart 1771 de werkzaamheden aan de toren begonnen met het plaatsen van een steiger en het slopen van het bouwvallige werk. Op 24 juni werd begonnen met het metselwerk en dit duurde tot 21 oktober van ditzelfde jaar. In deze vier maanden werden 161.000 stenen gebruikt. Verder grote hoeveelhe­den kalk, tras en vier scheepsvrachten metselzand. Al deze materialen werden met de schuit via de voormalige haven (Havenstraat) aangevoerd. Half november was het gehele werk voltooid. Een hele prestatie in die tijd om zulke grote hoeveelheden bouwma­terialen te verwerken. Zo zijn er aan de toren vanaf 1662 ruim 850.000 stenen verwerkt, dit is meer dan 1000 m3 metselwerk.

Een globale berekening laat zien dat de toren boven het maaiveld is opgebouwd met 2.500 m3 metselwerk.

Als we nu een korte beschrijving geven van de huidige kerk dan is de kerk een driebeukige hallekerk, waarvan de zuiderzijbeuk smaller is dan de noorderzijbeuk; de drie veelhoekig gesloten koren zijn echter even breed. De huidige vorm van de kerk is rond 1450 voltooid.

Nu nog enige globale afmetingen van de kerk. De grootste uitwendige lengte van kerk en toren is 64 meter. De inwendige lengte van de kerk, gemeten vanaf de oostzijde van de toren tot aan de binnenzijde van de (hoofd) koorsluiting is 50 meter. De inwendige breedte van de kerk is over het grootste gedeelte 21,5 meter.

De toren is tot aan de vloer van de omloop 36 meter hoog en tot aan de nok van het torendak 44,5 meter hoog.


 




Vrijdag 29 maart
19:30 uur
Ds. M.J. Tekelenburg
Goede Vrijdag

Zondag 31 maart
09:30 uur
Ds. M.J. Tekelenburg

Zondag 31 maart
16:30 uur
Ds. M.J. Tekelenburg





Voor meer activiteiten en bijeenkomsten klik hier.


Op dit moment geen